Overleven in de Outback - Reisverslag uit Darwin, Australië van Maartje Joosten - WaarBenJij.nu Overleven in de Outback - Reisverslag uit Darwin, Australië van Maartje Joosten - WaarBenJij.nu

Overleven in de Outback

Blijf op de hoogte en volg Maartje

08 December 2014 | Australië, Darwin

ijk cowen! Nee, koeieren! ..Dat is wat je krijgt als je een tijdje geen Nederlands praat en dan herenigd wordt met je Nederlandse vriendinnetje Sophie voor 10 dagen Outback. Na een dagje Sydney waarin ik mijn zoveelste selfie met het Operahouse heb gemaakt (3x is scheepsrecht), de Rocks en net museum of Contemporary Art heb bekeken en over de Harbour Bridge heb gelopen vloog ik de volgende dag naar de Outback. Op Ayer’s Rock airport werden we door de Rocktour (super originele naam alweer) opgehaald om 3 dagen de highlights van het Red Centre te gaan bekijken. De kampeerplek was luxer dan we hadden verwacht. Er waren warme douches (!!), slechts hopen mieren op enkele plekken, een overdekte eetplaats en er was zelfs een zwembad (grote badkuip meer maar hij deed wat ie moest doen in 45 graden hitte). Na de lunch hadden we zelfs nog geen slang of schorpioen gezien dus we waren behoorlijk happy.

Die middag reden we naar een van de twee beroemdste Australische symbolen, de rots die we vanuit het vliegtuig al duidelijk konden zien: Uluru. Epic fotomoment. We gingen er een paar kilometer omheen lopen, maar niet teveel want het was ontzettend, ongezond, gevaarlijk heet en de insecten lieten je geen moment met rust. Toch was dit aborginal heiligdom ongelofelijk indrukwekkend om te zien en het was goed om te leren over hun cultuur. Na een opfrisstop bij het kamp reden we naar sunsetpoint voor – verrassing – de zonsondergang. Wij stonden tussen de zon en de rots dus we zagen ze niet tegelijk maar de zonsondergang was alsnog een van de mooiste die ik ooit heb gezien en heel even werd Uluru felrood verlicht.

Terug in het kamp wachtte ons de volgende verrassing: we gingen slapen in swags. Een soort grote slaapzak gemaakt van tentzijl. Op de grond zonder beschutting. De gids legde uit hoe je de swag op (giftige) spinnen en schorpioenen controleerde, hoe je een dingo wegjaagd en hoe je een slangencirkel trekt (dat bleek de volgende ochtend bullshit te zijn). En je kon je swag beter niet in een mierenhoop leggen. En of we om 4.10 allemaal uitgerust klaar konden staan voor de Uluru sunrise. Lekker hoor een Outback vakantie..

Zo gezegd, zo gedaan, de volgende ochtend stonden we weer op sunset point maar dit keer – huh? – voor de zonsopgang. En de zon ging op achter Uluru. Hartjehartjehartje. Toen de zon eenmaal hoog boven Uluru brandde en de wolken precies een cirkel om Uluru vrijhielden was het moeilijk om niet in de Aboriginal magie te geloven. Uiteindelijk was het tijd om afscheid te nemen van Uluru en de weg te vervolgen naar Kata Tjuta, Aboriginals voor “veel hoofden”. Deze grote rotsen waren ooit een grote rots, 10 keer zo groot als Uluru. Het is aboriginal land dus we mochten maar in een klein gedeelte van het park maar persoonlijk vond ik het de mooiste van de drie Red Center attracties. (Uluru en King’s Canyon zijn de andere 2). De rode rotsen stonden in scherp contrast met de groene bomen en de uitzichten waren adembenemend. Het was ook de zwaarste walk van allemaal omdat de temperatuur gevaarlijk hoog opliep. Na de lunch reden we richting King’s Canyon om in een naburig park de nacht door te brengen rond het kampvuur.

Wie dacht dat die de volgende ochtend wel kon uitslapen omdat we geen zonsopgang hoefde te zien kreeg een beetje gelijk. De wekker ging om 4.20.. jeej. Het vroege vertrek naar Kings Canyon werd verklaard omdat je na 9 uur ’s ochtends niet meer mocht wandelen daar door de hitte. (!!) Ik denk niet dat ik in een deel van de wereld ben geweest waar de temperatuur zo onmenselijk was, Death Valley meegerekend. De 6 km wandeling begon met “heartattack hill” en de 4 fransen in de groep gaven het op toen ze dat woord hoorden en de heuvel zagen. De rest kwam met veel heigen en hartkloppingen boven. De rest van de wandeling was relatief vlak en had mooie uitzichten, interessante beboming en dieren en ongelofelijk veel geschiedenis. Zo was er een witte boom die oplicht in het donker, het poeder op de stam werkt als zonnebrand en als het te weinig water krijgt, sluit het watertoevoer naar zijn takken af die zwart worden en eraf vallen terwijl de rest van de boom doorleeft. Ik hoop dat mijn foto’s jullie een beter beeld kan geven dan mijn woorden want ik weet zeker dat ik het tekort doe. ’s Middags reden we naar onze eindbestemming, Alice Springs. Onderweg zijn we nog gestopt op een farm waar ze wilde dieren opvangen. Naast een selfie with a camel waren er kangoeroes, emu’s etc.

In Alice Springs kwamen we erachter dat onze West Mcdonnell Range tour van de volgende dag was gecanceld. Toevalligerwijs stond er een oudere Amerikaanse vrouw op dat moment bij de receptie die precies hetzelfde probleem had en samen regelden we een auto voor de volgende dag om ze alsnog te zien. Die avond verkenden we verder Alice Springs, een “stadje” met 20000 inwoners waarvan een groot gedeelte “slechte” aboriginals. Dit zijn de aboriginals die geld krijgen van de overheid en hun cultuur verloochenen (mijn Nederlands skills zijn terug aant komen) door veel alcohol te drinken en fastfood te eten.
Op maandag bezochten we verschillende plekken in de McDonnell ranges, een mooi park met rode heuvels en groene bomen en zwarte watergaten. Hier scheurden we lekker de hele dag rond in onze gekoelde auto vol met lekkere dingen. ’s Avonds namen we de nachtbus naar Mataranka, zo’n 15 uur noordelijker wat letterlijk in the middle of nowhere lag incl wilde dieren in de tuin en geen telefoonbereik. Hier hebben we lekker veel uitgerust en de hot pools bezocht. De duizenden vleermuizen maakten zo veel lawaai in het regenwoud dat je je stem moest verheffen en in sommige waterpools mocht je niet in door krokodillengevaar.. creepy! De volgende ochtend reisden we door naar Katherine maar daaraangekomen kwamen we erachter dat er geen manier was om in het national park Nitmiluk te komen en dat het park halfdicht was door – ja hoor krokodillen. Die beesten beginnen te irriteren. Dus besloten we om versneld door te reizen naar Darwin.

Daar hebben we twee dagen weinig meer uitgevoerd dan zonnen bij de lagoon, shoppen in het centrum en toch wel veel lopen in die hitte. (de tweede dag waren we vastbesloten naar het museum 3,5km verder te komen maar naar 2km zijn we omgekeerd en schaamteloos terug naar het zwembad gelopen). De hitte in de tropen hier is bijna niet uit te houden. Darwin is een redelijk saaie stad, het is meer een grote buitenwijk en heel modern na 2x bijna helemaal verwoest te zijn. De eerste keer door Japanse bombardementen in wo2 en de 2e keer door orkaan Tracy die 80% van de stad platlegde. Op zaterdag gingen we naar Litchfield national park. De dag begon met een krokodile cruise op de Adelaide River waar ze de beesten lieten springen voor vlees (zodat ze meer calorieën verbranden dan opeten en zo niet afhankelijk worden.) Die beesten zijn zo groot en je hoort de dumdum in je hoofd als ze heel krokodilachtig aan komen zwemmen. Ook heb ik hier geknuffeld met een slang. Thrillseeking is my middlename nowadays:).

In het park hadden we lunch en knuffelden we met de geredde een dag oude kangoeroe die daar opgevangen was. Verder bezochten we Florence Falls waar ik Sophie min of meer dwong om samen van een vijf meter hoge klif te springen en we lekker een uurtje afkoelden in het koele water. Ook bezochten we de enorme termietenhopen en de Champagne pools. Hier waren we eigenlijk snel uitgekeken en toen onze gids ons twee wenkte en vroeg of we een adventure wilden liepen we mee. Met zn drieën liepen we een stukje terug, klommen onder een hek door en zwommen een stuk door een stroompje waar je de krokodillen zo kon voorstellen. Maar blijkbaar zaten er alleen freshwater crocs en die hadden nog nooit iemand doodgebeten. Wat een geruststelling. We doken onder boomstammen en laaghangende takken en verkenden dit rustige, alleengelaten stukje land. Gelukkig werden we niet gesnapt door de rangers. Hierna reden we terug naar Darwin en was het na 5 maanden tijd om afscheid te nemen van Sophie.. Ik bleef nog een dag langer in Darwin en heb het wel nog naar het museum gehaald – met de bus mensen, ik geef het toe. Het hoogtepunt hier was Sweetheart, een opgezette krokodil van 5,5 meter die de mensen hier 40 jaar geleden terroriseerde tot ze hem per ongeluk verdronken.. Toen was het ook voor mij tijd om terug te vliegen naar de Oostkust en kan ik met trots zeggen dat ik de Outback heb overleefd. Weliswaar met wat gilletjes en paniekappjes naar pappie en mammie.

Nu ga ik mijn laatste drie weken Australië in en dat besef doet toch wel wat..

Mensen alvast een hele fijne kerst en niet teveel jaloersmakende sneeuwfoto’s online plaatsen :)
Xxxxxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Maartje

Actief sinds 27 Juni 2014
Verslag gelezen: 285
Totaal aantal bezoekers 8020

Voorgaande reizen:

02 Juli 2014 - 28 Januari 2015

Adventures Down Under

Landen bezocht: